jack-wereldsma

De voordracht is tot stand gekomen aan de hand van een drietal feuilletons die ondergetekende, als lid van het bestuur “Vereniging Vrienden van de Grote of Sint Laurenskerk”, van 2002- 2012 heeft geschreven.

Eind 13e eeuw werd het mogelijk, na het aanleggen van de Schielandse Hoge Zeedijk en een dam in de Rotte, een nederzetting (Rotta) te stichten. Bij een nederzetting hoorde een kerk. Reeds in 1350 wordt melding gemaakt van een eenvoudig klein parochiekerkje gewijd aan St. Laurentius. Stapsgewijs wordt de bouw van de toren (in vier fasen) besproken, inclusief de problemen van de toren (vroegtijdig verwijderen houten torenspits van Hendrick de Keyser in 1642), het scheefzakken van de toren in 1650, problemen met de steenconstructie in 1976 en 2010). Tevens wordt de bouw van de kerk uit de doeken gedaan evenals de wisselingen in het interieur. De kerk begint met een katholiek interieur, na de reformatie in 1572 ziet de kerk er geheel anders uit. Tijdens de Bataafse omwenteling in 1795 werd het interieur ontdaan van alle levendigheid en kleurenrijkdom, de meest radicale verandering vond uiteraard plaats tijdens de brand na het bombardement op 14 mei1940. Daarna wordt de restauratie, die in 1968 werd afgerond, besproken.

Tussen deze historische ontwikkeling van het gebouw door worden anekdotische aanvullingen gegeven aan de hand van artikelen uit het derde feuilleton “Memorabilia van de Laurenskerk”. Hierbij werden diverse gedenktekens en attributen die in de kerk aanwezig zijn, hangende aan een pilaar of als sculptuur of plaquette aan de wand, als grafsteen in de vloer of als grafmonument in een kapel besproken. Er werd onderzoek gedaan naar de aard en oorsprong van deze objecten, in de geschiedenis gedoken, een studie van gemaakt en beschreven. Zo wordt verteld over Jan Punt (1711-1779), een beroemd graveur van onder andere afbeeldingen van de Laurenskerk, maar ook beroemd Amsterdams toneelspeler en mede-oprichter van de De Nieuwe Rotterdamsche Schouwburg aan de Coolsingel in 1774. Van een (mysterieus) rouwbord aan één van de pilaren in de kerk wordt nagegaan van wie het afkomstig is (bleek Marinus Juynbol, kapitein bij de Admiraliteit op de Maze te zijn) en hoe het in de kerk is terechtgekomen. Een replica van het schip De Liefde dat in het noordelijk transept aan de muur is bevestigd, en aanvankelijk Erasmus heette, blijkt het eerste Hollandse schip dat op 19 april 1600 namens de Kamer van Rotterdam als Voorcompagnie, Japan bereikte en van grote invloed is geweest op de ontwikkeling van de handel met het Oosten. Voorts wordt aan de hand van een grafzerk uit de doeken gedaan dat de beroemde Admiraal Maerten Harpertszn Tromp, eigenlijk van der Tromp heette! Tot slot wordt gesteld dat Rembrand van Rijn in 1634 zeer waarschijnlijk in zijn wittebroodstijd samen met Saskia van Uylenborgh een drietal maanden in Rotterdam heeft gewoond. In die tijd schilderde hij drie portretten van Dirck Jansz Pesser (een rijke bierbrouwer), diens echtgenote en moeder.

Aan het eind van de lezing wordt aan de hand van fraaie plaatjes een rondleiding gegeven door de kerk, de torenbeklimming met uitzicht over de stad en wordt toegewerkt naar de in 2010 door Z.K.H. de Prins van Oranje geopende permanente tentoonstelling “De Laurenskerk een monument vol verhalen”. De lezing wordt besloten met beelden van deze tentoonstelling.

De presentatie is niet beschikbaar.