soetensDe geschiedenis van de parfumfles

 

 J.A. (Johan) Soetens

Johan Soetens besprak parallel de ontwikkeling van het gebruik van geurmiddelen en parfums naast de ontwikkeling van de verpakking, de parfumfles. Hij deed dit met veel kennis van zaken en veel plaatjes. De dia’s zijn te bekijken en te downloaden.

De geschiedenis van parfum en parfumfles gaat ver terug, tot in Mesopotamië en het oude Egypte. Parfum was iets voor goden en koningen, de fles was een alabastron of amfoor omdat de glastechniek zich nog niet ontwikkeld had. Naast een geurmiddelencultuur in de meer “westelijk”gelegen gebieden was er ook sprake van gebruik van geurmiddelen in het “Oosten”. Met de ontwikkeling van de badcultuur in de Romeinse tijd werd het gebruik van geuren algemener, veelal rozewater. Tevens ontwikkelden de Romeinen de glasblaastechniek waardoor flessen in allerlei vormen gemaakt konden worden.

Na het ineenstorten van het Romeinse tijd ontstond het idee dat baden ongezond was. Hierdoor nam de stank toe en werden geurmiddelen ingezet ter verdrijving van de stank. Dit vond een hoogtepunt (of dieptepunt) in de tijd van Lodewijk 14e. Daar ontstond ook een uitgebreide cultuur van (stankverdrijvende) geurmiddelen, veelal in de vorm van pommades of vloeistoffen. De pommades waren vaak gemaakt van bepaald onveilige middelen zoals lippen- en wangenrood met arsenicum of schoonheidsmaskers met kwik en lood.Wel werden deze middelen verpakt in fraaie flessen.

Een belangrijke ontwikkeling in de 18e eeuw was het gebruik van eau de Cologne, eerst als algemeen (drinkbaar) middel en later meer speciaal als geurmiddel. In Nederland werd dit op de markt gebracht door Boldoot in wat zakelijk vormgegeven flessen. De flessen voor de parfums waren over het algemeen zeer fraai en bijzonder van vorm, mede door de bemoeienis van René Lalique in art noveau stijl, in Nederland slaoliestijl genoemd.

Het algemeen gebruik van parfums, verpakt in fraaie flessen, ontstaat in het interbellum en wordt echt algemeen na de tweede wereldoorlog.