Lichtjes in het donker

 

 

 

Lex Lensink

 

 

Het verhaal van spreker (zelf van 1953, dus van na de oorlog) is een bewerking van de gastlessen die hij als gastspreker, verbonden aan het Herinneringscentrum Westerbork geeft.

Zijn Joodse grootouders woonden voor de oorlog in Rotterdam, zijn grootvader was griffier bij de rechtbank en actief bij de vrijwillige brandweer. In de oorlog kregen zij, net als alle Joden in Nederland, te maken met steeds verdergaande beperkingen:
– ontslag (gold voor alle Joden in dienst van de overheid; sprekers grootvader kreeg een technische functie bij de brouwerij van Oranjeboom);
– Joodse kinderen alleen nog naar Joodse scholen;
– het werd Joden verboden om met de tram te reizen en om in parken te komen.
Hoewel de regering naar Londen was gevlucht, bleef de Nederlandse overheid, aangestuurd door de Duitse bezetter, functioneren omdat de ambtelijke organisatie (grotendeels) intact bleef; de bezetter hoefde zodoende het bestuur over het bezette gebied niet zelf te organiseren.

Een klein deel van de Joodse bevolking kreeg met toestemming van de bezetter van de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken een officieel bewijs dat men, met familie, vrijgesteld was van deportatie en tewerkstelling in Duitsland; het ging in totaal om ca 900 mensen. Een zelfde vrijstelling gaf het Ministerie van Cultuur aan een aantal kunstenaars (o.a. Rosa Spier, de harpiste). Deze officiële vrijstellingen hebben zeker voorkomen, dat de houders in Duitsland werden tewerkgesteld of naar de vernietigingskampen werden afgevoerd.
Daarnaar gevraagd verduidelijkt spreker, dat de Joodse Raad geen bemoeienis had met deze vrijstellingen; de raad selecteerde de Joden voor de transporten en moest daarbij voldoen aan het aantal dat de bezetter vroeg.

Deze vrijgestelde Joden werden verzameld op kasteel en landgoed Schaffelaar in Barneveld. Daar werd men op het landgoed tewerkgesteld. In september 1943 werd de hele groep met (personen-)treinen naar Westerbork overgebracht, waar de “Barnevelders” in een aparte barak werd gehuisvest. In september 1944 werd de groep naar Theresienstadt (Terezin) gebracht, het “modelkamp”, waarmee Duitsland de wereld wilde doen geloven, dat het goede bedoelingen had met de kampen.

Begin 1945 biedt Zwitserland aan om deze Joden “over te nemen”. Zo’n 1200 mensen krijgen toestemming en gaan dan per trein van Theresienstadt via Duitsland naar de grens met Zwitserland, bij de Bodensee. Vanuit verduisterd oorlogsgebied zien de reizigers de lichtjes op de bergen aan de overkant van de Bodensee; vandaar de titel van deze lezing: “lichtjes in het donker”.
Als men in Zwitserland, is mogen de Jodensterren af.
Tot augustus blijven de “Barnevelders” in Zwitserland; daarna keren ze terug naar Nederland. Sprekers grootvader neemt zijn werk als jurist weer op, niet langer bij de rechtbank maar bij de Raad van beroep.

Naar aanleiding van een vraag meldt spreker, dat hij de familie van Cleeff, die in de oorlog op de Straatweg woonde (hoek met wat nu de Prins Bernhardkade is) goed kent. De lotgevallen van de dochters Van Cleeff in Theresienstadt zijn met die van sprekers grootmoeder verweven: zij heeft zich daar over de meisjes ontfermd.

De door spreker gebruikte beelden (foto’s) zijn hier te bekijken en te downloaden.

 

Enable Javascript